Ik zet de grote bergkristal voor mij neer op tafel, ga zitten en omvat de cluster met beide handen. Geconcentreerd bekijk ik de steen: allemaal punten, groot en klein. Ze gaan alle kanten op. Er zitten ook holletjes in de steen, sommige punten glinsteren helder. Alle punten samen vormen één geheel dat stil, helder en onbeweeglijk voor mij staat. Fascinerend … Ik bezie het met open blik. Er straalt mij iets tegemoet. Mijn zintuigen worden ook scherper: het is als iets me van binnen aftast, als een tinteling of een zoeklichtje. Storende geluiden worden ook scherper: voetstappen langs het raam die weer wegsterven. Ik ben hier – en de bergkristal beziet mij, met nog meer aandacht en focus. Tegenover mij voel ik een aandachtig lichtwezen dat naar me kijkt. Terwijl ik de bergkristal nog steeds vasthoud komt er een wonderlijk gevoel komt in me op: ik omvat iets wat verbonden is met het allerhoogste, liefdevolle Licht. Tijdloos en eeuwig. Het is hier tegenover mij, tussen mijn handen. Ik maak er contact mee.
Nu is het alsof ik vanuit de bergkristal naar mijn eigen wezen kijk. Ik ervaar in mezelf een soort gelijkenis met dat Licht – en ook een onnoembare Aanwezigheid. Van een afstand beschouw ik mezelf. Wie ben ik? Ik sluit mijn ogen, neem mijn lichaam waar. Tintelingen in mijn hoofd steenkoude vingers, in mijn borst gloeit het. Ik ga meer rechtop zitten.
Dan kom ik in een gebied waar ik moeite heb. Hetbare kwetsbaarheid… Mijn eigen kwetsbaarheid – en het daarin beschadigd zijn. Opflitsende negatieve beelden. Ik heb me bezeerd aan het leven. Het duister is binnengekomen, heeft iets van het licht gebroken en weggenomen. Mijn ogen vullen zich met tranen en de brok van toen zit weer in mijn keel. Ja, ik heb licht verloren aan het leven, maar ook ervaring opgedaan. Die is van mij. Zij glinstert; wil het is waardevol wat ik heb geleerd.
De bergkristal op tafel kijkt me aan zonder oordeel. Helder, scherp, fonkelend. Het is nu ook ik beide ben: dat licht tegenover me en mijzelf. Ik bevat het licht én de barsten. ‘Er zit een barst in alles, daar komt het licht binnen …’ hoor in Leonard Cohen zingen. Een grote zucht ontsnapt me, ik ben gezien en gehoord. Ik kan verder.
De bergkristal is een beeld van de volledig ontplooide mens. Dat beeld was vijftien jaar geleden de reden om mijn huidige winkel Karbonkel over te nemen, om ‘ja’ te zeggen tegen de kristallen – en hun liefdevolle, oordeel vrije licht van reflectie en vooruitgang.