In zeven overwegingen naar Pinksteren

Aanvechting

Er is wel eens gezegd: wie nog blij kan zijn, heeft zeker het nieuws nog niet gezien. En hoewel de wereld misschien in elke periode ‘in brand staat’, lijkt deze uitspraak nu toepasselijker dan ooit. We hebben allemaal de krantenkoppen gezien, die hoeven hier niet herhaald te worden.

 Belangrijker is de vraag: hoe kunnen we hiermee omgaan?  Je kunt je van het nieuws afsluiten, je kunt de moed opgeven of cynisch worden. Dat is een aanvechting in onze tijd.  Maar hoe kunnen we hoop blijven houden?  Filippo Neri (1515-1595) was priester, spiritueel raadsman en iemand die zich bekommerde om armen, zieken en gemarginaliseerden, bv prostitués. Van hem is deze uitspraak bewaard:

 “Vreugde maakt ons hart sterker, zodat we het goede leven kunnen blijven leiden; als je de Ene wilt volgen, dien je dus altijd opgewekt en vol goede moed te zijn.”

 Innerlijke vreugde ‘cultiveren’ doen we door het contact met de Bron niet te verliezen. En dat kan zich vervolgens praktisch uiten. We kunnen onze intuïtie volgen en kijken wat er op ons pad komt. Vrede in je eigen familie bewaren of herstellen. Helpen de wijk te vergroenen. Wat we met hart en ziel doen, verspreidt zich verder.

 In een ander licht

De dichter Bloem schreef ooit: “Het is niet anders: elk gevoel vergaat, door watten daaglijksheid ten dode omwonden.”  In het ‘gewone’ leven kan er soms een grauwsluier liggen over alles wat we zien. Een eindeloze, vermoeiende to-do lijst. In Prediker lezen we over dat gevoel: “Alle dingen zijn onuitsprekelijk vermoeiend”.

Maar dit ervaren is óók een wake up call: let op, je bent niet in contact met de Bron!  En dat kan ons weer motiveren om hier iets aan te doen. Als we de wereld in een ander licht willen zien, moeten we ons eerst naar binnen keren. Dan merken we waarschijnlijk op dat we negatieve, zich herhalende gedachten hebben. Je dat realiseren is een eerste stap eruit.

Met deze gedachten blokkeren we het licht, ze komen tussen ons en de ander in. Tussen ons en de Ene in. Als we van binnen stil worden en deze gedachten zien voor wat ze zijn en ons er niet meer door laten hypnotiseren, wordt onze blik helderder. We zien alles zuiver en fris. Morning has broken, like the first morning.

Geduld

Er bestaan situaties die veel van ons vragen. Iemand die dicht bij ons staat kan ziek zijn, of in psychische nood verkeren. Veel mensen verlenen ook mantelzorg. Het kan moeilijk zijn om het lijden van iemand anders aan te zien. Om erbij te blijven en niet weg te lopen. Of om je er innerlijk van los te maken door in gedachten af te dalen.

Dat vraagt geduld van ons, “het met deze situatie uithouden”.  Het woord geduld komt van ‘dulden’, verdragen (van het Latijnse ‘patientia’). Blijven staan waar je staat. Stabilitas, zoals de Benedictijnen zeggen.

Wat kan ons hier helpen? Om geduld met onszelf te hebben. Op de eerste plaats kunnen wij het ook zélf moeilijk hebben. Bovendien zijn we zijn niet perfect -en dat hoeft ook niet. Maar we kunnen wel proberen om steeds aandachtiger bij de ander -en onszelf- aanwezig te zijn, stil te staan. Juist moeilijke situaties kunnen ons inspireren en helpen om ‘dieper te gaan’. Om contact te voelen met de Bron, de Liefde. En de Liefde is geduldig (1 Korintiërs 13).

Thuiskomen

Er is maar één land: de aarde

Er is maar één volk: de mensheid

Er is maar één geloof: de liefde.

Je zou kunnen vermoeden dat dit citaat van een religieuze denker is, maar nee, het is van een ondernemer en politicus: de Amsterdamse wethouder Floor Wibaut (1859-1936).

In deze drie regels vinden we de oplossing voor de grootste crises van onze tijd: de stroom vluchtelingen, de bedreigde leefbaarheid van de aarde. En nog recenter: de antidemocratische tendensen.

Als deze, utopisch klinkende, regels bewaarheid worden, is er een ‘Nieuwe Aarde’ geboren. Dan zijn er geen ontheemden meer, is niemand meer een vreemdeling. En zijn we allemaal thuisgekomen.

Dit is voor ons een richtingaanwijzer. Het lijkt ver weg, haast onhaalbaar. Maar stapje voor stapje kunnen we dit ideaal dichterbij brengen. Alles wat we denken en doen (en laten) heeft een effect. Laten we zorgen dat we de goede kant opgaan.

Maak heel wat is gebroken

 De Benedictijner monnik Don Talafous (1926) zegt: je kunt Pasen alleen bereiken wanneer je ook Goede Vrijdag ervaren hebt. Het onvermijdelijke lijden moeten we dragen. En als we diepe wonden opgelopen hebben, kan in de vreugde van Pasen iets van melancholie overblijven. Zoals ook in een paasjubel nog donkere bastonen gehoord kunnen worden.

 In Japan bestaat het gebruik om gebroken servieswerk te repareren met goudkleurige lak. Een op die manier hersteld kopje of bord is, zo vindt men daar, juist mooier geworden. De term die hiervoor gebruikt wordt is Kintsugi (金継ぎ), ofwel ‘gouden verbinding’.

 Dat je de sporen van breuk nog kunt zien, draagt bij aan de schoonheid van een voorwerp. En ook aan de schoonheid van een mens, zou je kunnen zeggen. Maak heel wat gebroken is, maar wis de sporen niet uit. De littekens die je in je leven oploopt, laten zien dat je echt leeft en geleefd hebt. Je bent niet aan de kant blijven staan.

 Kritische Thomas wilde graag de handen van Jezus zien. Ben Je het echt? Is het lijden echt gebeurd -en ben Je er nog?!

Stem die mij roept

Er wordt in de wereld om ons heen van alles geroepen. Soms heeft wat gezegd wordt kwaliteit, soms ook helemaal niet. Maar ook ‘in ons hoofd’ wordt van alles geroepen. Je hebt zin in dit, maar iets anders trekt je juist niet. Onze oordelen, voorkeuren, afkeer; ze kunnen over elkaar heen buitelen.

En natuurlijk willen we ook gezien worden, gehoord worden, beloond worden. Gedachten hierover kunnen zich aan ons opdringen: krijg ik de erkenning, die ik verdien? Word ik niet over het hoofd gezien? Krijg ik genoeg ‘terug’?  Dit zijn heel menselijke gedachten, waar we onszelf geen ‘pak slaag ’voor hoeven geven.

Maar als dat het enige is wat we kennen, lijden we een armoedig leven, een leven aan de oppervlakte. “Ga dieper!” Dat hoor ik wel eens in mezelf, bijvoorbeeld als ik in stilte over de begraafplaats wandel. Ga dieper: waar verlang je écht naar? Ga door de nacht heen. Zoek het levende water. De dorst zal je baken zijn. En vreugde je kompas.

Het vuur van verlangen: tot we samen zijn

De motor achter bijna alle popsongs is het verlangen naar de geliefde. Zij of hij geeft je kracht, maakt je een beter mens. Laat zelfs de aarde draaien.

To lead a better life, I need my love to be here (Beatles).

You make the world go round (Dave Berry).

Een liedje van The Pointer Sisters heet dan ook “Fire!”, vuur van verlangen. En zelfs als je het ontkent, zingen ze, je wilt één worden met de geliefde:

My words say split, but my words lie.

De geliefde, the beloved, dat kan natuurlijk ook voor de Ene staan. Dan gaat het om het verlangen dat alleen in de diepte vervuld kan worden. In de grond van je bestaan.

Oppervlakkige verlangens bevredigen helpt alleen voor korte tijd. En dan komt het sterker terug.  Het is als de onlesbare dorst waar Boeddha over praat. Alsof je zeewater drinkt en steeds meer dorst krijgt. Maar uiteindelijk kan ons dat misschien wel naar het diepe brengen.

Daar is geen scheiding, daar zijn we samen. Waar je de eenheid in jezelf vindt, valt ook de polarisatie tussen groepen weg.

Met Ramses Shaffy: We zullen doorgaan tot we samen zijn.

About Author

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *