Deze zomer las ik het boek Freedom from the known van Krishnamurti. En ik toen ik net begonnen was, dacht ik: dit is een prachtige tekst voor de Vredesweek (17 t/m 25 september). Heel af en toe heb je de ervaring dat een boek je treft als nieuw, fris, radicaal.
Het punt dat Krishnamurti maakt, lijkt bekend, vaak verteld: er is een relatie tussen het geweld in je geest/hart en het geweld in de wereld. Maar het was alsof ik het voor ’t eerst las.
Ga diep in jezelf, bekijk jezelf en het geweld in jou zonder oordeel. Dat betekent: je veroordeelt het niet, je rechtvaardigt het niet. Je ‘leeft er intiem mee’. Als je roddelt, weet dat je roddelt. Als je liegt, weet dat je liegt. Je ziet het. Dat verandert jou en daarmee de wereld. Maar je moet het echt willen, belangrijker vinden dan bijvoorbeeld je volgende maaltijd of een erotische ontmoeting.
Vind ik dat echt? Wil ik dat echt?
Door de tekst voelde ik me diepgaand persoonlijk aangesproken en geïnspireerd. Maar verderop in zijn boek, liep ik een klein beetje vast, omdat ik me realiseerde dat ik niet aan Krishnamurti’s spirituele eisen kon voldoen. Het stemde mij in elk geval tot bescheidenheid.
Houvast
Volgens Krishnamurti moet je alle houvast los willen laten. Richt je niet op denkers, theoretici, filosofen of goeroes. En al helemaal niet op denksystemen, richtingen. Stap uit je religie. Dat is voorgekauwde kennis, niet levend. Theorieën, abstracties en concepten zijn niet wat het leven is.
Relaties, zogenaamde liefdesrelaties, of relaties binnen gezinnen, zijn volgens hem, bijna nooit authentiek. Mensen staan niet met elkaar in verbinding, maar ze hebben plaatjes of schema’s van elkaar in hun hoofd. En vanuit die beelden gaan ze met elkaar om. Ook als het over het gezin gaat, heeft Krishnamurti het over ‘dat kleine, lelijke (ugly) kringetje’. Het deed een beetje pijn om dat te lezen.
De samenleving, de natie, de vlag, de godsdiensten, ze krijgen er allemaal flink van langs. Ook het huidige onderwijssysteem:
Our present education is rotten because it teaches us to love success and not what we are doing. The result has become more important than the action.
Ik dacht bij mezelf: misschien kan ik dit voorzichtig proberen, stapje voor stapje, kijken wat het brengt. Dat vind ik het mooie aan de Bhagavad Gītā, daarin lees je dat kleine stapjes op het pad ook behulpzaam zijn. Of de regel van Benedictus: een regel voor beginners, zoals ik.
Maar een paar pagina’s verder las ik dat ‘ik wil dat gaan proberen’ geen optie is voor Krishnamurti. Volgens hem moet je bepalen wat écht je prioriteit is. En dan moet de knop om, dan moet je het doen.
Ik had dus gedacht een paar mooie passages uit het boek te kunnen ‘gebruiken’ voor de Vredesweek, maar zo werkte het niet. Je wordt helemaal meegenomen en persoonlijk aangesproken in zijn boek. Het gaat over jou, alle aspecten van jou, over de wereld. Over het geheel. Durf je daarnaar te kijken. Of laat je je liever afleiden, hypnotiseren door bijzaken? – Dat is eigenlijk zijn vraag.
Verder dan Gandhi
Op een bepaalde manier gaat Krishnamurti nog verder dan Gandhi. Zeker als het om vrede of geweldloosheid gaat, laat ik me graag door Gandhi inspireren. Gandhi vertelt hoe hij ‘het voor elkaar gekregen heeft’. De Gītā en de Bergrede waren zijn grote bronnen. Hij deed oefeningen, mediteerde. Hij had principes, bijvoorbeeld geweldloosheid (Ahimsa). En hij gaf ook hele praktische tips, recepten zelfs – vegetarisch natuurlijk. Die combinatie spreekt me altijd aan. Mooi vind ik ook dat Gandhi benadrukt dat geweldloosheid niet geldt voor één hoekje van je leven, voor vredesonderhandelingen bijvoorbeeld, maar voor elk aspect: je liefdesleven, de opvoeding, de buurt – overal moet je het toepassen, anders heeft het in zijn ogen geen zin.
Krishnamurti zegt dat je ook dit soort houvast moet loslaten. Laat je niet door enig concept leiden, zelfs niet door een begrip als Ahimsa. Het voelt alsof alles je uit handen geslagen wordt. En ik moest denken aan de hindoegodheid Shiva, ‘de Vernietiger’. Je mag niet werken vanuit ideeën en idealen. Zelfs het idee van ‘geweldloosheid’ schept afstand en conflict.
De prioriteit voor Krishnamurti is niet om de juiste meester te vinden, of het perfecte boek te lezen, of de beste ‘methode’ te ontdekken. Het gaat erom je eigen essentie bloot te leggen. Het klinkt misschien als ‘vind eerst het Koninkrijk in jezelf en dan komt de rest vanzelf’, om Jezus te parafraseren. Maar dit soort vergelijkingen zou Krishnamurti – daar ben ik van overtuigd – afwijzen als ‘tweedehands kennis’.
Paradoxen
Ik lees Krishnamurti. En hij zegt. Baseer je niet op boeken, praat niemand na. Als hij gelijk heeft en ik bevestig dat, praat ik hem dan niet na? Het doet me denken aan de film Life of Brian, waarin Brian roept, wees origineel, wees jezelf. En het hele publiek echoot zijn woorden.
Een andere paradox: Je moet het echt willen, maar via wilskracht kom je er niet
Krishnamurti wil geen denken, geen beelden, geen abstracties, geen concepten. Toch zou je zijn boek ‘theoretisch’ kunnen noemen in die zin dat er geen concrete tips, praktische oefeningen of een concreet plan in staan. Eigenlijk is dat ook weer een paradox. Het is niet moeilijk om te ‘volgen’, maar toch ook weer wel, omdat het zo radicaal is.
Hij wil geen oefeningen geven, maar toch lees ik dingen die je als zodanig op kunt vatten, zoals ‘Veroordeel niet, rechtvaardig niet’ (wat je in je zelf waarneemt). Of : ‘Sterf aan het verleden.’ ‘Vergelijk jezelf niet met anderen.’ ‘Leef volkomen in het NU.’ ‘Probeer niet beroemd te worden, of om op te vallen’ en probeer evenmin ‘respectabel te zijn’ – een enorme valkuil.
Een bloem heeft geen idealen, een bloem doet geen pogingen om ‘iemand te helpen’. Maar door haar wezen, door te zijn wat ze is, helpt de bloem iedereen. Misschien is dat de meest behulpzame ‘pointer’ in de hele tekst.
Het boek brengt een visioen van vrede dat echter nergens concreet wordt ingevuld. Hij kán het ook niet invullen, dan krijg je opnieuw plaatjes, afstand tot de werkelijkheid, conflict.
Rijke jongeling
Misschien ten slotte nog deze paradox. Als je op deze manier jezelf vindt en vandaaruit leeft, dan kun je vervolgens ontdekken dat dit aansluit bij wat mensen als Jezus, Boeddha of Roemi predikten. Dat zegt Krishnamurti niet letterlijk in zijn boek, maar ik zie het gebeuren.
Toen ik het boek bijna uit had moest ik steeds meer denken aan het verhaal van de rijke jongeling (Marcus 10,17-31). Ik ben me ervan bewust dat Krishnamurti dit soort vergelijkingen absoluut niet wil, omdat het dan een academische, dorre exercitie kan worden die je niet dichter bij je essentie brengt, maar die je ervan verwijdert. Toch helpt het me, als ik zou willen doen wat hij zegt.
Het verhaal van de rijke jongeling wordt meestal zo gelezen dat het moeilijk is om ‘eeuwigheidsleven te beërven’ voor wie veel bezit, vastzit aan spullen, aan geld, aan zijn bankrekening. We lezen immers: Het is makkelijker voor een kameel door het oog van de naald te gaan, dan voor een rijke in het koninkrijk van God te komen!
Maar even verderop lezen we dat het meer gaat om ‘loslaten’ meer in het algemeen van: huis, broers, zussen, moeder, vader, kinderen of akkers.
Gaat het er dan misschien om dat je Jezus ‘zonder reserve’ moet willen volgen, letterlijk en figuurlijk. Dus, ja, je laat je spullen en je geld los. Maar misschien ook wel en juist je gekoesterde opvattingen, dat je wel-weet-hoe-de-wereld-in-elkaar-zit. Elders heeft Jezus het ook over kinderen, of ‘armen van geest’ (geen overbeladen, drukke mind).
Zijn wij niet de ‘rijke jongeling’ die óók door Krishnamurti worden toegesproken? En is het niet de vraag of wij echt voor honderd procent onze laatste ‘reserves’ laten varen?
Steeds wijdere kringen
Kan dit de vrede echt dichterbij brengen? Ergens zegt Krishnamurti: ‘Misschien vraag je je af: heeft het wel zin als ik dit doe en andere mensen niet?’ En hij antwoordt dan: ‘Is dit niet het belangrijkste in je leven om te willen doen, ongeacht wat anderen wel of niet doen?’
Bovendien, denk ik: als jij of ik contact maakt met ‘de vrede die alle begrip te boven gaat’, dan heeft dat effecten op de mensen om ons heen, in steeds wijdere kringen.
Als wij het Oog van de Naald naderen, dat zeer kleine poortje in de stadsmuur van Jeruzalem, dan moeten wij onze bepakking afleggen, anders passen we er niet door, anders kunnen we dat gebied niet binnengaan. Als we onze mentale en emotionele ballast transparant maken, komen de rust en de vrede.
En om even terug te komen op mijn bovengenoemde moment van spirituele vertwijfeling: Misschien is wel een van de belangrijkste ideeën die we kunnen loslaten de gedachte: ‘dit kan ik niet, dit is te moeilijk voor mij, dit is niet voor mij weggelegd.’
In de traditie van Confucius wordt gezegd:
If there is righteousness in the heart, there will be beauty in the character. If there is beauty in the character, there will be harmony in the home. If there is harmony in the home, there will be order in the nation. If there is order in the nation, there will be peace in the world.
(Als er gerechtigheid is in het hart, zal er schoonheid zijn in het karakter. Als er schoonheid is in het karakter, zal er harmonie zijn in huis zijn. Als er harmonie is in huis, zal er orde zijn in het land. Als er orde is in het land, is er vrede in de wereld.)
De horizontale dimensie kent geen perfectie. Het gaat erom voor jezelf de verticale dimensie te ontdekken. Daarin zijn we verbonden, één zelfs. De Nieuwe Aarde kan ontstaan, wanneer we dit aangaan.
Dit artikel is op 17 september gepubliceerd op De Bezieling.
Mooi Vincent en persoonlijk denk ik: door al die houvasten te onderzoeken laten ze uiteindelijk los en dan woedt het ‘houvast’ geen houvast meer maar de verbinding met de tijdloosheid zelf, met Zij omdat je weet dat je bent, whatever…. liefs, lenie