“Sommige Indianen doen een ceremonie met kinderen, waarin het kind midden in een cirkel van ouders, tantes, ooms, oma’s en opa’s staat. Terwijl het kind daar staat, vertellen de ouders dat het kind het recht heeft op zijn eigen ruimte, dat ze dat zullen honoreren en alle aanwezigen bevestigen dit. (…) Het kind kan ankeren op de heilige hoepel, …”
Dit is een voorbeeld van hoe Wendy Hobbelink zich laat inspireren door ‘eeuwenoude wijsheden van Native People’, zoals ze dat zelf omschrijft. En meteen een heel mooi en herkenbaar voorbeeld. Veel van ons zullen verzuchten: hadden mijn ouders dat maar geweten en gedaan. Ik in elk geval wel; de hierboven beschreven ceremonie contrasteert nogal met de visie van mijn ouders: ‘Het kind moet zich aanpassen aan het systeem’.
Mind your gap
Hobbelink, die een achtergrond in pedagogiek en psychologie (o.a. voice dialogue) heeft, laat zich verder inspireren door de natuur en door ‘nieuwe stromingen’. Daarbij moet je denken aan hedendaagse spirituele leraren, zoals Thich Nhat Hạnh, Deepak Chopra, Eckhart Tolle, Jeff Foster, Olga Kharitidi, Adyashanti en Gangaji. Dat is een imposant rijtje namen.
Toch is haar boek, gelukkig, geen systematische uiteenzetting van de ideeën van deze mensen. Af en toe komt er wel een idee van één van hen naar voren, zoals “bewustzijn is een veld van oneindige mogelijkheden” van Deepak Chopra. Dat is een moeilijke bewering. Maar Hobbelink speelt ermee en verbindt de gedachte met haar eigen ervaringen en maakt het zo concreet.
Of neem Eckhart Tolle, die erop hamert hoe belangrijk het is om een (korte) stilte te ervaren tussen twee gedachten. Als je op het vliegveld weer eens ‘mind your steps’ hoort, denk dan: mind your gaps. De ‘gap’ is dan de pauze tussen twee gedachten. Want waar de mind even zwijgt, kun je je Zelf vinden.
Belichaamde kennis
Soms ook doet Hobbelink zelf een ontdekking, al zijn die niet per se origineel. Je vindt ze ook bij andere spirituele leraren. Maar daar gaat het niet om. Het gaat erom dat we de wijsheden voor onszelf ontdekken. Dat ze voor ons waar zijn. De kunst is dat we de reis ‘van het hoofd naar het hart’ afleggen, zodat wijsheid doorleefde en belichaamde kennis wordt en niet opgelepelde kennis uit een boekje.
“De kunst is dat we de reis ‘van het hoofd naar het hart’ afleggen, zodat wijsheid doorleefde en belichaamde kennis wordt”
Hobbelink – coach en begeleider van beroep – doet haar best spirituele kennis voor de lezer toegankelijker te maken. Eén keer gaat dat wat te ver: “Boeddha probeerde van alles om vrede te vinden, van yoga, diëten en reizen tot praten met wijze mensen.” Dit klinkt anachronistisch. De Boeddha volgde geen Montignac of Oergondisch dieet, was niet met ‘afvallen’ bezig, boekte geen verre reizen. En las niet de Happinez.
Donkere nacht
De vorm van Hobbelinks boek is dat van een reisverslag, zowel van een uiterlijke als een innerlijke reis. De uiterlijke reis, naar verre oorden, andere continenten, uiteenlopende culturen en beschavingen heeft weinig zin, als niet tegelijkertijd de innerlijke reis wordt afgelegd. En dat gebeurt. In negen hoofdstukken word je meegenomen naar uiteenlopende bestemmingen onder ander in Australië, Nieuw-Zeeland, Noord-Amerika en Engeland. Tegelijk krijgt elk hoofdstuk een titel mee die begint met “Vrij om …”: “Vrij om je bestemming jou te laten vinden”. Of: “Vrij om niet te hoeven weten en toch diep te vertrouwen”.
Onderweg heeft ze nogal wat meegemaakt. Daarmee is het ook pelgrimage geworden – en een reis van de ziel door de donkere nacht. Zo wordt onderweg een liefdesrelatie die ze al heel vele jaren had plotseling en onverwacht afgebroken. Door haar zelf, wel te verstaan, maar dat kon niet anders. Daarmee is het boek ook de beschrijving van een rouwproces.
Essentiële identiteit
Maar kun je eigenlijk ‘vrij’ zijn? Misschien zelfs wel grenzeloos vrij? Als je jezelf alleen maar kent als de ‘stem in je hoofd’, het verhaal dat je aan anderen en aan jezelf over jezelf vertelt, ben je altijd begrensd. Op dat niveau is er altijd een zoeken, een tekort, het verhaal moet meer gaan bevatten. Er ontbreken dingen. Het is per definitie niet compleet.
Als je jezelf op een dieper niveau hebt leren kennen, als je heel alert kunt zijn, zonder te verdwalen in je gedachten, leef je vanuit een andere plek. Dan heb je je meer essentiële identiteit ontdekt. Gedachten komen daar nog wel op, maar je weet dat je meer bent dan dat, je verdwijnt er niet meer in.
Hoe kom je daar? Welke route leg je af? Er leiden vele wegen naar Rome. Wendy Hobbelink heeft letterlijk de halve wereld afgereisd – en vindt zichzelf uiteindelijk af en toe op dat niveau. Als ons dat lukt, onze essentiële identiteit ontdekken, kun je zeggen dat je thuis gekomen bent. Niet alleen thuis in Nederland. Maar vooral: thuis bij jezelf. En dan ben je inderdaad vrij, grenzeloos vrij.
Ook de auteur van dit boek is hiermee onderweg. En de lezer vindt regelmatig mooie en doorleefde adviezen. Soms betreffen die haar eigen reiservaringen en ze vertelt over haar praktijk als coach. Daarbij combineert ze psychologische en spirituele perspectieven. Een voorbeeld:
“Tijdens de coaching realiseerde een manager zich dat ze zich vroeger niet veilig voelde in het gezin omdat er veel onduidelijk was. En dat ze in haar werk nog steeds op zoek is naar de duidelijkheid die ze vroeger niet kreeg. Door haar compassie met het kind van toen, trok ze de angel uit de frustratie in haar werk…”
Zo kunnen oude, niet onderzochte of onbewuste verhalen in je hoofd je vrijheid beperken.
De natuur wijst de weg
Vaak zitten we in ons hoofd. We hebben scenario’s, draaien oude films af, luisteren telkens weer naar onze eigen vaak beperkende verhalen. Wat we vroeger hebben meegemaakt heeft zich vastgezet. En daardoor laten we veel mogelijkheden onbenut. In de natuur zijn helpt. Als we buiten zijn, in een bos, aan de rivier, of in de woestijn, worden we uitgenodigd uit de babbelbox van ons hoofd te komen. De natuur heeft geen verhalen over zichzelf, geen beeld van zichzelf, geen relatie met zichzelf. De natuur ís zichzelf. En op die manier een voorbeeld voor ons. Tijd doorbrengen in de natuur is daarom helend.
“Ook ons eigen lichaam behoort tot de natuur. Zelfs wanneer we niet in de natuur kunnen zijn, dragen we de natuur toch altijd bij ons”
Ook ons eigen lichaam behoort tot de natuur. Zelfs wanneer we niet in de natuur kunnen zijn, dragen we de natuur toch altijd bij ons. We staan er niet los van; we maken er deel vanuit. En ons lichaam kan ons ook helpen, bijvoorbeeld bij het maken van keuzes.
Volgens Hobbelink kun je concreet in je lichaam checken of je antwoorden echt kloppen. Dat wordt mooi beschreven, met duidelijke voorbeelden. Deze manier van werken lijkt op ‘focussen’. De Vlaamse hoogleraar Mia Leijssen (klinisch psycholoog) heeft hier veel mee gewerkt.
In de natuur komen dingen, gaan dingen, alles op zijn tijd. Er wordt niet aan getrokken of geduwd. De seizoenen volgen elkaar op. Het is voor ons ook een uitnodiging om in open overgave te leven. Te leven vanuit vertrouwen en zonder pogingen alles onder controle te houden. En het ook uit te houden met ‘nog-niet-weten’:
“Stel je lichaam voor als een klankkast waarmee je subtiele signalen en invallen kunt oppikken. … Slenter eens door een park, staar gewoon even naar buiten tijdens je werk of loop net wat langzamer naar de koffieautomaat. Het is alsof je dan op een andere golflengte zit en energie en creativiteit zomaar kunnen gaan stromen. Zoals Tolkien, die opeens een lege bladzijde tegenkwam bij het nakijkwerk van studenten. Hij staarde naar een gat in een wand en uit het niets viel hem in: “In a hole in the ground there lived a Hobbit”.
Aboriginal schilderij
Hobbelink ziet ergens een Aboriginal schilderij dat haar diep raakt. Ze wordt meegenomen in een reis door tijd en ruimte. Via een reeks ‘toevalligheden’ ontmoet ze de schilderes die haar anders leert kijken. “Kijken met de ogen van je hart”.
Dat klinkt als Harry Potter. “Een Via-via (Engels: Portkey) is een magisch object in de Harry Potterboeken van J.K. Rowling. Het is een object dat heksen en tovenaars van de ene naar de andere plaats kan brengen.” (wiki).
Het kan de lezer vreemd in de oren klinken. Bij mij bracht Hobbelinks verhaal een herinnering boven aan iets dat vergeten leek. Ruim 20 jaar geleden in Italië had ik een bijzondere ervaring op een plek waar je het niet zou verwachten. De tombe van Franciscus in Assisi. Het was heel druk; ik had tegen die kermis opgezien. We waren daar omdat één van onze dochters dat heel graag wilde. En daar opeens beneden bij die pijen en hemden, volkomen onverwacht, was het alsof ik op een oneindige lichtbron werd aangesloten. Tijd, ruimte – alles viel weg. Eigenlijk was ik het dus een beetje vergeten, want zelf schrijf ik bewust over ‘kleine’ spiritualiteit, dicht bij huis. Maar die grote ervaringen kunnen inderdaad ook transformerend zijn.
Haar ervaring met het schilderij is bijzonder. En zo nodigt ze haar lezers telkens uit ook hun eigen ‘reizen’ of ervaringen in het licht te zetten.
Happy few
In manier van denken en voorbeelden die de auteur geeft, merk je dat ze zich beweegt in een wereld van managers, coaches en leidinggevenden in het bedrijfsleven. Ze richt zich tot een hoger opgeleid, niet-confessioneel publiek. Ze onderzoekt hoe deze professionals vastlopen en wat hen kan helpen de route weer te vinden. Bij het lezen van haar boek moest ik regelmatig aan de Franse socioloog Bourdieu denken die laat zien dat mensen aan de start van hun leven verschillen in sociaal, economisch en cultureel kapitaal. Deze verschillen bepalen je kansen in de maatschappij. De cliënten van Hobbelink kunnen makkelijk huizen kopen, kunst kopen. Hun zorgen gaan meer dan eens over hun ‘bonus’. En iemand kan het voorstel doen: “Vandaag gaan we niet praten over werk; we gaan een dag varen op mijn boot.”
Natuurlijk kun je dit zien als een beperking van het boek. Gaat dit niet te veel over de happy few zonder geldzorgen? Ja en nee. Veel van de tips en adviezen – en je leest er veel meer dan ik nu noem – kan iedereen, ongeacht je portemonnee, toepassen. Andere tips vragen om een kleine vertaalslag, die de lezer met een beetje fantasie kan maken. Een tocht op de boot kan een wandeling door het park worden. Zorgen om de bonus kunnen zorgen om je baan zijn. En je kunt ook een reproductie kopen. Of zelf schilderen of dichten.
Hobbelinks vragen, haar eigen leven, haar problemen, haar reizen, het einde van haar relatie, haar rouwproces helpen ook de lezer. En de wijsheid, de tips en adviezen kunnen voor iedereen gelden.
Oude wijsheid
Het boek is met een ‘lichte toets’ geschreven. Of je daarvan houdt is een kwestie van smaak. En we vinden veel “oude wijsheid” van indianen en sjamanen. Ik vond het mooi om te ontdekken dat die oude lessen goed aansluiten bij de gemeenschappelijke mystieke kern van de grote religies (Perennial Philosophy), waar ik vaker over schreef.
De mens staat niet op zichzelf, maar is volkomen verbonden met de natuur, met de bron, met het geheel met alle andere mensen. In wezen zijn we al volkomen vrij, maar we laten ons afleiden door beperkende ideeën en opvattingen. De natuur kan ons helpen en inspireren. Denk hier aan de Bergrede van Jezus, aan het leven van Franciscus.
“Als je niet alleen vanuit ideeën, normen en waarden leeft, maar in contact bent met ‘het Koninkrijk in jou’, doe je spontaan wat de situatie tot bloei brengt”
Bloei
De meest essentiële reis is: de weg van het hoofd naar het hart. “Leer kijken met de ogen van je hart”, heet het in dit boek. Als je niet alleen vanuit ideeën, normen en waarden leeft, maar in contact bent met ‘het Koninkrijk in jou’, doe je spontaan wat de situatie tot bloei brengt. Dan hoef je geen bestemming te zoeken, maar “komt de weg naar jou toe” (Augustinus). Dan vindt je bestemming jou, wordt in dit boek gezegd.
Tijdens de reis, tijdens dat proces, ga je anderen in jezelf herkennen en je zelf in anderen (Bhagavad Gītā).
At the end of the day… was er uiteindelijk geen uiterlijke reis nodig. Maar soms moet je zo’n reis toch afleggen, om dát te ontdekken. Dat je er uiteindelijk niet voor op reis hoefde, geldt voor elke pelgrimage. Je komt thuis bij jezelf. En hebt ontdekt wat je ten diepste al wist. Maar op een andere manier was de reis hiervoor wel nodig. Het gaat om het proces. Net als in het gedicht van Kavafis hieronder.
De lezer kan gewoon thuisblijven. Kerosine besparen, het milieu sparen. Thuis meelezen en meeleven. Het boek van Hobbelink biedt stof genoeg.
Ithaka
Als je de tocht aanvaardt naar Ithaka
wens dat de weg dan lang mag zijn,
vol avonturen, vol ervaringen.
De Kyklopen en de Laistrygonen,
de woedende Poseidon behoef je niet te vrezen,
hen zul je niet ontmoeten op je weg
wanneer je denken hoog blijft, en verfijnd
de emotie die je hart en lijf beroert.
De Kyklopen en de Laistrygonen,
de woedende Poseidon zul je niet treffen
wanneer je ze niet in eigen geest meedraagt,
wanneer je geest hun niet gestalte voor je geeft.
Wens dat de weg dan lang mag zijn.
Dat er veel zomermorgens zullen komen
waarop je, met grote vreugde en genot
zult binnenvaren in onbekende havens,
pleisteren in Phoenicische handelssteden
om daar aantrekkelijke dingen aan te schaffen
van parelmoer, koraal, barnsteen en ebbehout,
ook opwindende geurstoffen van alle soorten,
opwindende geurstoffen zoveel je krijgen kunt;
dat je talrijke steden in Egypte aan zult doen
om veel, heel veel te leren van de wijzen.
Houd Ithaka wel altijd in gedachten.
Daar aan te komen is je doel.
Maar overhaast je reis in geen geval.
’t Is beter dat die vele jaren duurt,
zodat je als oude man pas bij het eiland
het anker uitwerpt, rijk aan wat je onderweg verwierf,
zonder te hopen dat Ithaka je rijkdom schenken zal.
Ithaka gaf je de mooie reis.
Was het er niet, dan was je nooit vertrokken,
verder heeft het je niets te bieden meer.
En vind je het er wat pover, Ithaka bedroog je niet.
Zo wijs geworden, met zoveel ervaring, zul je al
begrepen hebben wat Ithaka’s beduiden.
K.P. Kavafis (vertaald uit het Grieks: Hans Warren en Mario Molengraaf)
—————————————————–
Wendy Hobbelink. Grenzeloos vrij. Hoe oude wijsheid naar je innerlijke natuur leidt, Ten Have (2021), 176 blz., € 20,99.
Dit reisverslag is eerder verschenen op de Bezieling.